De kinderbijslag is sinds 1 januari 2019 grondig gewijzigd en heet voortaan het groeipakket. We behandelen eerst de nieuwe regels voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2019, daarna de regels voor kinderen geboren vóór 1 januari 2019.
De kinderbijslag heet vanaf 1 januari 2019 het groeipakket. De Vlaamse overheid bundelde al de informatie op: www.groeipakket.be .
Hoeveel bedraagt het groeipakket - de kinderbijslag?
Voor alle kinderen
Elk kind dat in Vlaanderen woont, heeft recht op een groeipakket met eigen tegemoetkomingen.
In het groeipakket zitten drie bedragen waarop alle kinderen rechten hebben: een startbedrag, een basisbedrag en een schoolbonus. Daarenboven hebben sommige kinderen recht op extra tegemoetkomingen (zie verder).
- Het startbedrag: Bij de geboorte (of bij de adoptie) van een kind (vanaf 1 januari 2019), krijgen de ouders eenmalig een bedrag van 1.122 euro.
- Het basisbedrag: Elk kind krijgt elke maand een basisbedrag van 163.20 euro. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen het eerst geboren kind of het tweede of derde, ... Let op: dit basisbedrag geldt slechts voor kinderen geboren (of geadopteerd) na 1 januari 2019. Voor kinderen die vroeger zijn geboren, blijft de regeling van het 'oude' kinderbijslagsysteem gelden.
- Net voor de start van het schooljaar, in augustus, krijgt elk kind een extra bonus: de schoolbonus. Voor kinderen tussen 0 en 4 jaar bedraagt dit 20,40 euro, voor kinderen tussen 5 en 11 jaar: 35.70 euro, voor kinderen tussen 12 en 17 jaar: 51 euro en voor schoolgaande kinderen ouder dan 18 jaar: 61.20 euro.
Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben
Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, is er de zorgtoeslag en de sociale toeslag.
De zorgtoeslagen
De zorgtoeslagen zijn er om bij te dragen aan de extra zorgen van wezen, pleegkinderen en kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
- Een kind dat beide ouders verloren heeft, krijgt 163,20 euro bovenop het basisbedrag. Een kind dat één van beide ouders heeft verloren krijgt 81,60 euro. Kinderen die reeds een ouder verloren voor 1.1.2019 behouden de bedragen van de (verhoogde) wezenbijslag.
- Wanneer een kind geplaatst wordt in een pleeggezin, wordt een pleegzorgtoeslag van 63,03 euro toegekend. Voor een plaatsing vanaf 1 januari 2019 kan dit bedrag ofwel naar het pleeggezin gaan (bij pleegzorg met een continu en langdurig karakter), ofwel naar de ouders (bij pleegzorg met een kortdurend karakter).
- Voor een kind met een beperking, een chronische ziekte of aandoening hangt het bedrag van de zorgtoeslag af van de mate waarin de specifieke ondersteuningsbehoefte gevolgen heeft voor het kind zelf en voor zijn familie. Je kan bij je uitbetaler terecht om de zorgtoeslag aan te vragen.
De sociale toeslag
De sociale toeslag is er voor gezinnen die met hun inkomen de opvoedingskost moeilijker kunnen dragen.
De sociale toeslag is afhankelijk van inkomen en gezinsgrootte:
- een gezin met één of twee kinderen en een maximum inkomens van €30.984 per jaar: €51 per kind per maand
- een gezin met drie kinderen of meer en een maximum inkomen van €30.984 per jaar: €81.60 per kind per maand
- een gezin met drie kinderen of meer waarvan minstens één kind geboren is vanaf 2019, en een inkomen tussen €30.984 en €61.200 per jaar: €61.20 per kind per maand
Kinderen geboren vóór 2019 behouden de bedragen van de sociale toeslag uit de oude kinderbijslagreglementering, aangepast aan hun basisbedrag.
Voor kinderen die deelnemen aan Vlaamse niet-inkomensgerelateerde kinderopvang en onderwijs
De participatietoeslagen stimuleren gezinnen om gebruik te maken van niet-inkomensgerelateerde kinderopvang of onderwijs. Deze toeslagen zijn er voor kinderen die deelnemen aan door Vlaanderen vergunde of gesubsidieerde instellingen, ongeacht hun woonplaats. Deze worden automatisch toegekend: je hoeft deze niet aan te vragen.
Er zijn drie participatietoeslagen:
- De kinderopvangtoeslag: Wie gebruik maakt van kinderopvang in Vlaanderen of Brussel waar ouders niet betalen op basis van hun inkomen, kan rekenen op een kinderopvangtoeslag van 3,23 euro per kind per opvangdag. Een halve dag opvang geeft recht op de helft van dat bedrag.
- De kleutertoeslag: Kleuters van 3 jaar die ingeschreven zijn in het onderwijs en kinderen van 4 jaar die ingeschreven blijven en voldoende aanwezig waren op school krijgen 132,60 euro extra per jaar.
- De schooltoeslag: Vanaf schooljaar 2019-2020 wordt de schooltoeslag (huidige schooltoelage) geïntegreerd in het Groeipakket. Het bedrag is o.a. afhankelijk van het gezinsinkomen en wordt per schooljaar toegekend. Voor kleuters in het kleuteronderwijs: €103.7/jaar. Voor kinderen in het lager onderwijs: gemiddeld €148 euro/jaar. Voor jongeren in het secundair onderwijs: gemiddeld €682/jaar. Voor jongeren in het hoger onderwijs: €50 per jaar (bovenop de studietoelage).
Wie betaalt het groeipakket - de kinderbijslag?
Als gezin heb je de keuze tussen 5 uitbetalers Groeipakket die de rechten onderzoeken voor alle kinderen in jouw gezin. Ze zorgen ook voor de uitbetaling ervan.
Ontvang je nog geen Groeipakket? Als het je eerste kind is en je nog geen uitbetaler hebt, dan kan je tussen één van de vijf uitbetalers kiezen en bij hen je aanvraag indienen.
Ben je zwanger of adopteer je binnenkort een kind? Dan kan je het startbedrag aanvragen bij jouw uitbetaler Groeipakket. Dit kan vanaf de zesde maand zwangerschap of vanaf het ogenblik dat je weet dat je adoptiekind bij je komt wonen.
Je blijft steeds voor minstens één jaar bij een uitbetaler aangesloten. Daarna kan je veranderen van uitbetaler als je dit wenst. Hiervoor neem je gewoon contact op met je nieuwe uitbetaler. Die zorgt voor een vlotte overdracht van je dossier.
Voor gezinnen die al kinderbijslag ontvingen voor 2019, zijn de dossiers automatisch overgezet van de bestaande 12 kinderbijslagfondsen naar de vijf Vlaamse uitbetalers Groeipakket. Deze gezinnen kunnen na 1 jaar – vanaf 2020 – ook veranderen van uitbetaler als ze dit wensen. Veranderen van uitbetaler is ook al in 2019 mogelijk als er gezinsuitbreiding is.
De contactgegevens van je uitbetaler vind je op brieven of in mails over het Groeipakket. Nog geen brief of mail ontvangen? Dan kan je altijd via https://mijn.groeipakket.be opzoeken wie jouw uitbetaler van het Groeipakket is.
Verhuis je naar Vlaanderen? Ook dan kan je zelf een uitbetaler kiezen en contact opnemen.
Woon je buiten Vlaanderen? Woon je in Brussel, Wallonië of het buitenland en gaat je kind in Vlaanderen naar niet-inkomensgerelateerde kinderopvang of onderwijs, dan kun je ook recht hebben op een participatietoeslag. Je kan hiervoor contact opnemen met een uitbetaler naar keuze.
Meer lezen? https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/brochure-groeipakket
Voor Brussel geldt volgende regeling:
- Tot en met 31 december 2019 blijft FAMIFED, Federaal agentschap voor de kinderbijslag, kinderbijslag in Brussel uitbetalen en beheren.
- Vanaf 1 januari 2020 past Iriscare de nieuwe kinderbijslagregeling toe voor alle kinderen met een woonplaats in Brussel. De uitbetaling wordt verzekerd door de regionale kinderbijslagfondsen. Famiris, het kinderbijslagfonds van de Brusselse overheid, neemt de taak van FAMIFED over. Zij bieden dezelfde kwaliteitsvolle dienstverlening aan als FAMIFED.
- Ben je zwanger, heb je vragen over jouw recht op kinderbijslag? Je kan steeds terecht bij de experten van FAMIFED
- Woon je in Brussel, Wallonië of het buitenland en gaat je kind in Vlaanderen naar niet-inkomensgerelateerde kinderopvang of onderwijs, dan kun je ook recht hebben op een participatietoeslag. Je kan hiervoor contact opnemen met een uitbetaler naar keuze.
=======================================================================================================================================================================================
Regelgeving voor kinderen geboren vóór 1 januari 2019
Je kunt de kinderbijslag aanvragen voor:
- Kinderen jonger dan 18 jaar
- Een jongere van 18 tot 25 jaar die nog hoger onderwijs volgt of in beroepsinschakelingstijd voor een werkloosheidsuitkering is (en maximum € 520,08 bruto verdient)
- Ook een adoptiekind of een pleegkind is een kind ten laste en geeft recht op kinderbijslag.
- Met een studentenjob mag een kind ten laste een beperkt aantal uur per jaar werken om het recht op kinderbijslag te behouden.
Voor specifieke vragen over je kinderbijslagdossier, wend je je tot het kinderbijslagfonds van je werkgever (werknemers), je personeelsdienst (overheidspersoneel) of je sociaal verzekeringsfonds (zelfstandigen).
Algemene vragen kun je stellen aan het Federaal agentschap voor de kinderbijslag - FAMIFED (infolijn kinderbijslag 0800/94 434). Op de website kun je met een calculator de kinderbijslag berekenen.
Zelfstandigen richten zich tot het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen – RVSZ.
Ben je ambtenaar bij de provinciale of lokale overheid, dan kun je je dossier raadplegen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten – RSZPPO.
Vanaf je kind naar het kleuteronderwijs gaat, kun je een schooltoelage ontvangen. Klik hier voor meer informatie.
Wie betaalt de kinderbijslag?
- De kinderbijslag van werknemers in de privé-sector wordt betaald door het kinderbijslagfonds van de werkgever. Om kinderbijslag te ontvangen, moet je de geboorteakte van de burgerlijke stand overhandigen aan het kinderbijslagfonds.
- Ben je statutair ambtenaar bij de overheid, dan krijg je kinderbijslag via de overheid zelf. Contractuelen in overheidsdienst krijgen hun kinderbijslag van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.
- Voor werklozen wordt de kinderbijslag door het kinderbijslagfonds van de laatste werkgever betaald. Als je nog nooit gewerkt hebt, richt je je rechtstreeks tot de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.
- Als één van de ouders zelfstandige is, wordt het kinderbijslagstelsel van de werknemer toegepast. Als beide zelfstandig zijn, betaalt de kas waarbij je aangesloten bent de kinderbijslag.
Hoeveel kinderbijslag?
Ieder kind geeft recht op een basisbedrag aan kinderbijslag, eventueel vermeerderd met een sociale toeslag en een leeftijdstoeslag. Daarnaast bestaan er nog specifieke toeslagen.
- Basisbedrag. Voor het eerste kind is dit € 90,28, het tweede kind € 167,05 en de derde en volgende kinderen € 249,41 (vanaf december2012).
- Specifieke toeslagen. Ben je alleenstaande ouder en verdien je niet meer dan € 2.309,58 bruto per maand, dan krijg je een verhoging van de kinderbijslag met € 45,96 voor het eerste kind, € 28,49 voor een tweede kind en € 22,97 voor een derde kind. Kinderen met een handicap kunnen genieten van een verhoogde kinderbijslag tot 21 jaar, naargelang de ernst van de (gevolgen van de) aandoening. Is er één ouder overleden en woont de overlevende ouder alleen, dan heb je recht op de zogenaamde wezentoeslag.
- Sociale toeslag. Invalide werknemers, werknemers met een handicap, gepensioneerden en ouders die minstens 6 maanden werkloos of ziek zijn en die een begrensd inkomen hebben, kunnen een verhoogde kinderbijslag krijgen. Wanneer langdurig werklozen of zieken toch terug aan de slag gaan, maar hun inkomen een bepaalde grens niet overschrijdt, kan deze toeslag nog 2 jaar blijven uitbetaald worden.
- Leeftijdstoeslag. Telkens je kind een bepaalde leeftijd bereikt (6 jaar, 12 jaar en 18 jaar), verhoogt de kinderbijslag. De leeftijdstoeslag is hoger voor tweede en volgende kinderen, kinderen van een alleenstaande ouder en kinderen met een aandoening.
De kinderbijslag wordt maandelijks uitbetaald. In augustus krijgen alle kinderen een jaarlijkse toeslag, oftewel 'schoolpremie'. Het bedrag hangt af van de leeftijd van het kind en of dat kind al een toeslag ontvangt of niet.
Gescheiden?
Ben je gescheiden, dan ontvangt de moeder de kinderbijslag. Je kunt echter samen beslissen de kinderbijslag op een gezamenlijke rekening te storten. Is het de vader die de kinderen opvoedt en wil hij de kinderbijslag ontvangen, dan kan hij dit vragen aan het kinderbijslagfonds als de kinderen bij hem wonen of hij kan de rechtbank vorderen.
Wanneer de ene ouder zelfstandige is en de andere ouder loontrekkende, dan zal de loontrekkende ouder de kinderbijslag ontvangen. Nadat het kind 18 jaar geworden is, wordt de kinderbijslag toegekend aan de ouder bij wie het kind woont.
Gescheiden ouders die de kinderbijslag van hun kinderen ontvangen en die met een nieuwe partner een nieuw samengesteld gezin vormen, kunnen de kinderbijslag groeperen voor de verschillende kinderen. Zo krijg je een verhoogde kinderbijslag voor kinderen in een volgende rang (tweede of derde kinderen).